Saoedi-Arabië

Inmiddels heb ik Irak verlaten en ben via Koeweit naar Saoedi-Arabië gereden. In Koeweit heb ik de motor na laten kijken door de lokale BMW dealer en de olie laten verversen. Een erg leuke en goede werkplaats en de mannen nodigden mij uit om de volgende ochtend mee te rijden in hun wekelijkse vrijdag (zondag) rit.  Er is een grote motor community hier en ik zie de volgende ochtend verschillende groepen motorrijders. Wij rijden met 40 man een rit de woestijn in om daarna met ze allen gezellig koffie te drinken.  Voor de rest is Koeweit voor mij niet meer dan een rustplek, even bijkomen, de was doen en dan door naar Saoedi-Arabië. Koeweit is feitelijk niet meer dan een (hele rijke) stad aan de rand van de woestijn met uitzicht over de Perzische golf.

De grens geeft dit keer weinig problemen en als ik het stadje Qbah inrij voor een overnachting word ik aangesproken door een man. Hij helpt mij een hotel te vinden in in te checken en samen rijden we met zijn auto een rondje door het plaatsje. Het stelt op zich niet veel voor maar hij legt de ontwikkelingen uit. We komen langs een werkplaats van enorme trailers, een soort caravans op een oplegger onderstel. Veel bewoners van deze regio hebben het woestijnbloed nog door de aderen stromen. Ze plaatsen een dergelijke trailer ergens in de woestijn als een soort buitenverblijf. Sommige zijn van een waanzinnige luxe en kosten meer dan een half miljoen. Als ik de volgende morgen uit het hotel check blijkt de man mijn overnachting al betaald te hebben.

Via het stadje Hail (zie foto van de ‘gouden’ moskee) rij ik naar het zuiden, richting Ul Alul. In die omgeving wil ik een aantal dingen bekijken waaronder een merkwaardige rots midden in de woestijn die precies door de midden is ‘gesneden’. De rots is eigenlijk het excuus om daar de woestijn in te gaan. De laatste 5km is echter onverhard en ik heb een punt in mijn gps gezet waar ik de verharde weg ongeveer moet verlaten. Ik laat ter plaatse wat lucht uit mijn banden lopen voor betere grip, verander wat motorinstellingen en verlaat de vertrouwde weg. De eerste kilometer gaat redelijk maar dan wordt het zand te mul. Ik wil hier in mijn eentje niet vast komen te zitten. Bij een paar mooie rotsen maak ik kamp, zet koffie en de tent op. Ik loop morgenochtend wel naar de rots. De nacht is waanzinnig, de maan staat achter de aarde en geeft daardoor ruimte aan de miljarden sterren om te schitteren. Om 06:00 (voor de hitte uit) loop ik de woestijn in met de gps-coördinaten van de rots als mijn richting. De rots wordt gevonden, gefotografeerd en met enig ronddwalen vind ik mijn tentje terug en maak een heerlijk ontbijtje met een kop thee. 24 Uur niemand gezien.

Een paar uur later kom ik aan in Al Alul en de enige mogelijkheid om de rotsgraven van het oude Hedra te zien is per georganiseerde tour. Ik moet er dus aan geloven en koop een kaartje voor de bus. Bij de ingang tref ik een Oostenrijks en Frans stel aan met twee hele oude campers. Ze zijn al anderhalf jaar onderweg vanuit Zuid Afrika. Ik doe de rondrit en geniet er evengoed van. De uitgehakte graven lijken erg op die van Petra in Jordanië en er blijkt dan ook een band te zijn vanuit de oudheid. Petra ligt hier een 500km vandaan en vele eeuwen geleden waren de steden verbonden door een handelsroute. Als ik weer terug bij de motor kom is het al laat geworden en er is nog maar een uurtje daglicht. Ik ga dus snel op zoek naar een kampeerplekje voor de nacht en rij de bergen in. Als ik langs de weg een hoge rotswand zie,  ik daarachter naar een plekje te zoeken. Een hartelijke begroeting door de twee camperstellen valt me ten deel. Al snel zit ik met hen rond de tafel en staat er een heerlijke rijstmaaltijd voor me te dampen.

Via wat omzwervingen aan de kust kom ik een paar dagen later aan in Medina, na Mekka de heiligste stad van de moslim. Met name omdat hier het graf is van de profeet Mohammed. Volgens mijn visum mag ik beide steden niet in maar ik hoorde dat Medina iets makkelijker is dan Mekka dus ik waag het er maar op. De grote moskee van de profeet is midden in de stad en ik vind een hotel precies ernaast. De stad is een magneet voor moslims van over de hele wereld die een bezoek combineren met een bezoek aan Mekka. Bidden in de moskee staat gelijk aan duizend keer bidden in een normale moskee en dat helpt kennelijk om een goed plekje in het hiernamaals te krijgen. Met touringbussen tegelijk komen ze de stad binnen, iedereen traditioneel gekleed. Vrouwen helemaal in het zwart en gesluierd en mannen in lange jurken. Gelukkig kleuren de velen Indonesiërs (groot moslim land) het geheel iets op. De aankomst bij het hotel met mijn motor en verschijning heeft een oploopje tot gevolg maar gelukkig kan de motor in de ondergrondse garage, uit beeld. Als ik de volgende ochtend wakker word ligt er een briefje onder mijn deur dat de eigenaar van het hotel graag met mij afspreekt vanmiddag om 17:00 uur. Ik meld mij rond die tijd bij de receptie en wordt gevraagd de motor voor de ingang te parkeren. Zo gezegd zo gedaan en als ik naar binnen loop word ik door het management ontvangen met een enorme bos rozen. Op een tafel staat een enorme taart met de foto van mij, die ze van Instagram hebben gehaald. Na een toespraakje moet ik de taart aansnijden en iedereen in de lobby, een mannetje of 50 krijgt gebak. Blijkt dat ze hier eigenlijk nog nooit een niet-moslim hebben gehad, en zeker niet een op een motor. Wat een gebaar.

De moskee is absoluut verboden voor niet moslims maar via via begreep ik dat als je desgevraagd aangeeft geïnteresseerd te zijn in de islam het mogelijk wel meevalt. Ik maak een eerste verkennigsrondje rond de moskee, maar een rondje kost je gewoon een uur. Een enorm complex met enorme pleinen eromheen. Er kunnen maximaal een miljoen mensen tegelijkertijd in, dat zijn 20 Amerdamse arena’s bij elkaar. Als ik koffiedrink word ik aangesproken door twee mannen. Al snel wordt duidelijk dat ze van de politie zijn en me zijn gevolgd vanaf het hotel. Ze lopen met me mee terug naar het hotel, ik weet niet precies waar we zijn maar zij weten precies in welk hotel ik zit. Ik denk dat ze van de inlichtingen politie zijn of zo, dezelfde soort types als in Iran. ’s Avonds neem ik een taxi naar een andere moskee en de wandeling terug naar het hotel is ongeveer een uur, halverwege word ik weer opgewacht door de mannen, ze houden me dus continue in de gaten. Ik denk dat ze bang zijn dat ik de moskee in ga, misschien moet ik dat plan maar laten varen. De drie dagen in Medina waren evengoed mooi en ik heb de sfeer geproefd van de pelgrims, veel mooie straatgesprekjes gehad en mooie foto’s gemaakt. Als ik de weg niet wist was er altijd wel een undercover agent in de buurt. De laatste dag check ik om 08:00 uur uit en als ik bij de receptie kom staan er al weer twee agenten klaar, ze gaan me de stad uit begeleiden en rijden inderdaad 50km achter me aan. Als ze zeker weten dat ik weg ben draaien ze om en ben ik weer alleen. Het is trouwens zo dat je bij je visum een identificatienummer krijgt, dat nummer heb je nodig om bijvoorbeeld een sim kaart te kopen of in te checken in een hotel. Het zou me dus niets verbazen als ze me gewoon in de gaten hielden via mijn sim kaart.

Ik verken de stad Jeddah maar de Saudische steden kunnen me niet bekoren. Weinig oudheid en heel veel nieuwbouw, snelwegen en wolkenkrabbers. Het openbare leven speelt zich hier voor de 100% binnen af. Begrijpelijk vanwege de hitte maar alles geeft, door mijn ogen gezien, een wat troosteloos aanblik. Veel winkels en restaurant hebben geen etalages of ramen waardoor je naar binnen kunt kijken, alles om de hitte maar buiten te houden. Hierdoor is het onderweg een restaurantje vinden soms erg lastig maar iedereen is uiterst vriendelijk en behulpzaam, alhoewel de taal wel vaak een probleem is. Ik ben inmiddels de hitte ook wel een beetje beu en besluit de bergen in te gaan richting de grens met Jemen. Na de vele woestijn kilometers zijn de bergen een verademing.

Straatfotografie Jeddah
Straatfotografie Jeddah

De wegen zijn hier goed en bijna overal driebaans, er is immers ruimte genoeg. Ik zoek echter de kleine binnendoorwegen maar die zijn ook prima. Al snel ga ik de hoogte in en ben een paar dagen op 2.000+ meter hoogte, wat een genot koele temperaturen van rond de  25 graden. De routes die ik vind zijn waanzinnig, weinig verkeer, mooie bochten, goed wegdek en af en toe een koffietentje. Ik ben helemaal in mijn element. Ik wist het wel maar relaiseer me nu weer dat ik beter op mijn plek ben in de landelijke gebieden dan in de steden. In een stad voel ik me altijd een beetje verloren, elke stad lijkt op de vorige met te veel mensen, te veel verkeer, vervuiling en opstoppingen. Deze bergen zijn echter fantastisch alleen wildkamperen is wat lastig vanwege de vele (duizenden) wilde apen die er rondlopen.

Riyad is 1.000 km naar het noorden door de woestijn en mijn ankerpunt om door te reizen naar Oman. Dit is vervolgens ook weer 1.000 km door de woestijn maar dan door het “Lege Kwartier”. De naam zegt het al, 1.000 km met helemaal niets, maar dan ook niets. Ok, twee kleine tankstationnetjes….zeggen ze. Riyad bevestigt mijn geschetste beeld van steden maar evengoed doe ik de toeristische dingetjes waaronder een bezoek aan het Deera plein, foto hieronder. Hier werden tot voor kort de publiekelijke executies gedaan.  De veroordeelde moest publiekelijk knielen waarna zijn hoofd er af werd gehakt met een groot zwaard. Dit gebeurde hier nog tot heel recent. De executies gebeuren echter nog steeds, 15 maart van dit jaar op één dag 81 mensen……. Nu kunnen we daar met z’n allen wat van vinden maar het land dat de lijst met meeste executies per jaar aanvoert is China. Het land waar wij al onze spullen vandaan halen. Ik ga me voorbereiden op de komende 1.000 km leegheid, waarover later meer.